Interview met Karen van Coeverden

 

  • Wat vindt u ervan dat er Stolpersteine worden gelegd en het achterliggende idee daarvan?

'Ik vind het heel erg mooi. Ik sta er eigenlijk dubbel in. Ik vind het aan de ene kant heel mooi, omdat de mensen die vermoord zijn geen graf hebben. Op deze manier hebben ze een plek om te worden geëerd. Aan de andere kant denk ik soms ook wel; het ligt op de grond en mensen kunnen eroverheen lopen en er kan hondenpoep op komen... dus het is een beetje dubbel.

 Ik vind het verder wel mooi dat er initiatief wordt genomen en dat er zoiets wordt gedaan.'

 

  • Hoeveel weet u van uw voorouders, onder andere waar er stolpersteine van liggen?

'Mijn grootouders, daar weet ik vooral door mijn vader natuurlijk veel van. Mijn vader is in 1998 overleden. Hij heeft heel veel over de oorlog en over zijn ouders verteld. Ik heb zelf ook geschiedenis gestudeerd en ben afgestudeerd op de joodse vee en vlees handelaar in Drenthe, Overijssel en Gelderland in het interbellum, dus de periode 1920-1940. Ik heb ook nog familieleden geïnterviewd, zoals mijn vader en mijn oom. Die hebben ook veel verteld over het werk van hun vader. Daardoor weet ik er vrij veel van.'

 

  • Bent u zelf joods of niet gelovig?

'Ja, ik ben gelovig.'

 

  • Hoe gaan andere familieleden met de geschiedenis van uw familie om?

'Dat is een moeilijke vraag... Ik heb één zus, maar zij is met een hersenschors beschadiging geboren. Dat was in 1953, dus dat is een hele tijd geleden. Toen is ze met een tang gehaald, maar dat is misgegaan. Ze is 63, maar daardoor is ze eigenlijk een meisje van een jaar of zeven qua niveau. Verder heb ik helemaal geen familie. Van mijn vaders kant is bijna iedereen vermoord. Van mijn moeders kant is bijna iedereen ondergedoken geweest, maar daar leeft bijna niemand meer van.  Ik heb alleen mijn man en verder is het eigenlijk niks.'

 

  • Hebben uw ouders ook broers en zussen?

'Ja, mijn vader komt uit een gezin van zes kinderen. Vier jongens en twee meisjes. Mijn vader woonde nog met zijn zus Betsie in huis, waar jullie foto’s van hebben laten zien. Zij woonde nog thuis, ook zij is omgekomen en vermoord samen met haar ouders, mijn grootouders dus. De rest was uit huis en die zijn allemaal omgekomen en vermoord in Auschwitz of Sobibor. één broer is in maart 1945, in Dachau gestorven aan uitputting vlak voor de bevrijding.'

 

  • Er zijn 3 Stolpersteine gelegd, twee van uw grootouders en een van uw tante, dus was de rest niet naar Auschwitz gebracht?

'Ja, maar een deel woonde toen niet meer in Coevorden op die plaats. Mijn grootouders hadden 6 kinderen, 4 daarvan zijn vermoord samen met mijn grootouders. Mijn vader en zijn broer zijn overgebleven. Mijn oom was een stuk ouder en die woonde in een andere straat in Coevorden, met zijn vrouw en zijn dochtertje. Die vrouw en die dochtertje zijn ook omgekomen in Sobibor, die zijn daar vergast. Daar wordt waarschijnlijk ook een Stolpersteine voor gelegd.'

 

  • Hoe heeft uw vader het overleefd?

'Mijn vader was tijdens de oorlog nog jong. Hij is in 1920 geboren, dus hij heeft in het kamp gewerkt. Oude mensen en kleine kinderen werden doorgestuurd, want die konden niet werken. Degene die jong was die was nog van nut en je moest ook geluk hebben dat je op het juiste moment op het juiste plek was en dat je niet doorgestuurd werd. Mijn vader is in Westerbork en in Vught geweest. Er is een hele bekende foto die moeten jullie maar is opzoeken. In Vught is een bekende foto van drie mensen die met een kruiwagen lopen, in de gevangenis. De middelste daarvan is mijn vader.'

 

 

 

  • Bleef uw vader na de oorlog in Coevorden wonen of ging hij gelijk verhuizen?

'Nee, hij is tot zijn dood in Coevorden gebleven. In het begin was het zo dat mensen na de oorlog nog hoop hadden dat hun ouders het hadden overleefd. Dus zij zijn weer in het ouderlijk huis gaan wonen en dat wilden ze klaar hebben tot dat hun ouders terugkwamen, maar langzamerhand druppelden berichten binnen via het Rode Kruis dat iedereen was vermoord. De broer van mijn vader wilde graag naar Israël gaan, maar omdat mijn vader niet wilde is hij ook gebleven. Dus ze zijn beide in Coevorden gebleven.'

 

  • Bent u in Coevorden opgegroeid?

'Ja, ik heb tot mijn negentiende in Coevorden gewoond en toen ben ik gaan studeren in Leiden.'

 

  • Hoe gingen uw ouders met de oorlog om?

'Ze hebben er altijd heel veel over gepraat. Toen ik afgestudeerd was, ben ik bij de televisieproductiemaatschappij gaan werken, om documentaires te maken. Dat werd toen mijn werk. Dat doe ik nog steeds. Voor de eerste documentaire heb ik research gedaan. Dat ging over kamp Westerbork. Toen heb ik dus heel veel met mijn vader over het kamp gepraat. Maar mijn moeder had het er wat moeilijker mee om erover te praten. Zij was een meisje van tien toen de oorlog begon. Ze heeft bij acht mensen ondergedoken en een paar hebben haar proberen te laten verdrinken, want ze waren bang dat ze ontdekt zou worden. Dus ze hebben allebei wat je noemt een oorlogstrauma gehad. Iedereen verwerkt dat natuurlijk op zijn eigen manier, maar de oorlog is wel altijd heel erg bij ze gebleven. Mijn vader had het na de oorlog er altijd heel erg moeilijk mee. Iedereen die hij kende uit Coevorden, alle joodse vrienden en vriendinnetjes, van de voetbalclub, van school, iedereen was weg, iedereen was vermoord. Moet je eens voorstellen dat als je morgen in je klas komt en alle vriendjes en vriendinnetjes van je zijn vermoord. Dat is bijna niet voor te stellen.'

 

De politie heeft echt actief meegewerkt in Coevorden, in Drenthe, in heel Nederland. Bijvoorbeeld iemand die werkte bij de plaatselijke politie. zijn naam is Dij. Hij heeft in de oorlog actief meegewerkt om joden op te halen, maar hij was in 1944 zo slim om te zeggen: ‘’Oke, de Duitsers zijn aan de verliezende kant, nu ga ik in het verzet’’. Hij is dus na de oorlog geëerd, omdat hij heldhaftig was dat hij in het verzet zat, terwijl hij eerst allemaal joden heeft opgepakt. Daar is ook heel veel bewijs van. Dat was voor mijn vader heel erg moeilijk om te begrijpen.'

 

Er was wel een iemand, die heeft bij mijn vader en zijn broer toen ze weer in hun ouderlijk huis woonden, anoniem een envelopje heeft achtergelaten en heeft gezegd van: 'Hiermee kunnen jullie weer beginnen. Dus er was ook wel wat goeds gedaan.'

 

Mijn vader was 25 toen de oorlog afgelopen was en toen had hij niks meer. Geen geld, geen familie, dus geen ouders, ooms, tantes, neefjes, nichtjes.. alles was weg. Behalve een broer en dat was het. Toch heeft hij altijd leren relativeren, dus met kleine dingen was hij heel blij altijd. Hij vond het leuk om naar de markt te gaan. Het bleef dus wel altijd moeilijk.'

 

  •  Ervaart u tot vandaag de dag nog antisemitisme?

'Ja, heel erg.'

 

  • Komt dat vaak voor?

'Ja, dat komt best vaak voor. Ik merk dat ook in mijn werk. We maken veel documentaires voor de televisie en je leest veel over internationale onderwerpen. Je merkt dat ook wel in kleine dingen. Men heeft vooroordelen over joden, dat joden sluw zijn, slim zijn.. allemaal hele akelige en enge dingen. Terwijl je rijke joden hebt, je hebt arme joden, domme, slimme, van alles. Er wordt gegeneraliseerd, iedereen wordt over een kam geschoren. Ik wil niet zeggen dat dat heel veel mensen zijn, maar je merkt het.

Zoals vandaag las ik weer in de krant dat er in Rusland heel veel antisemitisme is, maar dat is ook hier in Nederland zo, helaas.

 

  • In wat voor vorm komt dat voor?

'Bijvoorbeeld in je werk hoor je vaak: 'Ben je weer met joodse onderwerpen bezig!?' Van die kleine dingetjes, niet grof, niet direct, maar je merkt het soms wel ja.'

 

  • Bent u zelf Nederlands of komen uw ouders uit Israël?

'Mijn voorouders van mijn vaders kant komen uit Rusland, ze zijn gevlucht voor pogroms voor antisemitisme daar, maar dat was al in de 18e eeuw, ze hebben toen in Duitsland gewoond en uiteindelijk zijn ze daarna naar Nederland gekomen, in Coevorden.

Van mijn moeders kant komen ze ook uit Polen en Rusland.'

 

  • Wat vindt u van de opmerkingen die vandaag de dag ook in de actualiteit worden gemaakt over moslims?

'Dat vind ik heel erg. Wij maken een documentaire over de verhouding van joden en moslims en hoe die verbeterd kan worden. Dat is een heel leuk groepje, dat in Amsterdam bezig is in een synagoge en een moskee en die hebben eens in de zoveel tijd bijeenkomsten en die gaan gemeenschappelijke kookworkshops doen en van alles om beter begrip voor elkaar te krijgen en ze gaan ook samen reizen naar Marokko om elkaar beter te leren kennen. Dat vind ik hele mooie initiatieven. Joden en moslims hebben natuurlijk ook heel veel overeenkomsten. Een moslim mag wel bij mij eten, omdat ik ook alleen maar koosjer vlees eet, dus ritueel geslacht vlees. Ik koop zelf ook mijn vlees en spullen van een halal winkel hier. Ik voel me daar erg bij thuis ook.'

 

'Je hebt heel veel dingen die overeenkomen en ik denk dat je ook daar de aandacht op moet vestigen en niet alleen op de verschillen. Dat vind ik heel belangrijk. We leven allemaal maar een hele korte periode, dat gaat allemaal zo weer voorbij, al word je 80 of 90, concentreer je op de goede harmoniosche dingen. Dat is mijn levensfilosofie.'

 

 

Middelste persoon is de vader van Karen van Coevorden, in Vught.
Middelste persoon is de vader van Karen van Coevorden, in Vught.